Wanneer we het boek
Exodus lezen, komen we Mozes tegen met zijn volk. Mozes wil niet opgeven als
zich de mogelijkheid zich aandient tot confrontatie met de farao. Hij vertrouwt
erop dat God/de Geest op hem rust, die hem ook in de heetst van de strijd trouw
zal blijven. Hij gelooft, en dat zouden wij ook kunnen doen in onze tijd, dat
er eerst slechte tijden aanbreken die na de confrontatie gevolgd worden door de
betere tijden. Het is een wonderteken mocht het zover komen. Het koninkrijk mag
niet ten onder gaan, als blijkt dat het door een goed gesprek met de farao
voorkomen had kunnen worden. De overwinning komt door het vertrouwen in de
slechte tijd te doorstaan en de vijand definitief verdwijnt. Wat Mozes
natuurlijk niet wil, is uitstel van de confrontatie wat de farao ook niet van
plan is. Want je moet gewoon accepteren de strijd aan te gaan en niet te denken
dat het morgen wél beslist gaat worden. Mozes heeft net als de andere Bijbelse
figuren de volheid van God aanvaard. Een radicaal besluit, alleen zo kunnen je
vijanden verslagen worden. Je mag pas aan het einde van je krachten ervaren dat
God zichtbaar wordt.
Het tweede wonderteken komt als Mozes zijn ontmoetingstent buiten het kamp opzet. Het is niet het volk dat bij hem langskomt voor een gesprek met de Heer. De wolkkolom laat niet lang op zich wachten en doet hem versteld staan.